De forensisch mediator

Het register van forensisch mediators

De initiatiefnemers van de Stichting Forensische Mediation dragen zorg voor de totstandkoming van een goed en betrouwbaar register van forensisch mediators, die in staat mogen worden geacht de methode toe te passen. De Stichting acht het van belang dat de achtergrond, kennis en vaardigheid van de forensische mediator langs vijf wegen wordt gewaarborgd:

Ten eerste: het beroep. Men is advocaat, accountant, psycholoog, notaris of fiscalist; een waarborg dat een behoorlijke beroepsopleiding is doorlopen is aanwezig. Men is ingeschreven bij de beroepsorganisatie die een klacht- en tuchtrechtprocedure kent.

Ten tweede: de algemene mediationopleiding, die in het verlengde van de beroepsuitoefening is genoten.

Ten derde: de opleiding tot forensisch mediator, die is gevolgd bij de Stichting, aan een door de Stichting erkend opleidingsinstituut of via modules die voldoen aan de eindtermen zoals door de Stichting geformuleerd.

Ten vierde: het examen, bestaande uit een schriftelijke toets en een toelatingsgesprek, dat leidt tot inschrijving op de lijst van door de Stichting erkende forensisch mediators.

In het toelatingsgesprek worden de bijzondere eisen die aan de deskundige gesteld worden getoetst. Deze toetsing ziet op de onderstaande onderdelen:

1. Het proces en de verantwoording

De deskundige is een uitstekend onderzoeker: de deskundige weet waar hij het over heeft. Over elke stap in het proces wordt nagedacht. Elke stap kan worden verantwoord: ten opzichte van de onderzoeker zelf, ten opzichte van de partijen en ten opzichte van de rechter. Verantwoord in de zin van: een bewuste keuze van methode en technieken. Hij laat zien nieuwe technieken als een uitdaging te beschouwen, er naar te zoeken en waar mogelijk in de werkwijze te integreren. De onderzoeker kan de interventies uitleggen aan de hand van in de literatuur beschreven processen. Het gaat niet op gevoel. De onderzoeker weet waarom hij faalt en waarom hij slaagt.  Voor de goede mediator is deze vaardigheid geen vereiste, voor de onderzoeker wel. Van de onderzoeker wordt bovendien verwacht dat de technieken zodanig ingezet worden dat er, juist in de zeer lastige zaken, een meerwaarde ontstaat: partijen wordt een laatste, maar wel zeer professionele kans geboden er tijdens het onderzoek alsnog op eigen kracht uit te komen. De mediationvaardigheden worden hier gecombineerd met technieken die zijn ontleend aan de psychiatrie en psychotherapie.

2. Specialistische kennis van de juridische leerstukken

Specialistische juridische kennis van het onderwerp, in de sociale zaken vaak het gezag en omgangsrecht, in financiële zaken de leerstukken alimentatie, verdeling, verrekening en pensioenen, is onontbeerlijk. Elementaire kennis is absoluut onvoldoende. Een onderzoeker die aan de rechter gaat rapporteren dient zich de specialistische kennis zodanig te hebben eigen gemaakt dat er bij ieder door partijen gesproken woord een vanzelfsprekende innerlijke toets plaats vindt: dit past in het kader, dit niet. De onderzoeker dient dit kader onmiddellijk te kunnen vertalen in juridisch heldere taal.

3. Luisteren naar kinderen

In het onderzoek dient er, wanneer er kinderen bij betrokken zijn, ruimte te zijn om naar de kinderen te luisteren. In een aantal gevallen is er in de bestaande praktijken tot heden niet met kinderen gewerkt. Het lijkt riskant om van de deskundige te verlangen dat er – binnen een professioneel kader – voor het eerst met kinderen gesproken wordt in een uiterst gecompliceerde zaak.

4. Rapportage

Het lijkt voor de hand te liggen: de deskundige dient vaardig te zijn in rapporteren. De rapporteur weet om te gaan met het spanningsveld tussen bemiddeling en het deskundigenoordeel en advies aan de rechter. Wanneer 1. tot en met 3. goed voor elkaar zijn zal het schrijven van een goed rapport zonder meer mogelijk moeten zijn. Rapportage is een kerntaak van de deskundige.

5. Gronding

Met gronding wordt bedoeld: men staat met beide benen op de grond, men staat stevig in de schoenen. Er is een zekere rust waarneembaar. De onderzoeker straalt vertrouwen uit. Hij blijft boven de materie staan en is tegelijkertijd een goede en volledig aanvaarde gesprekspartner voor de partijen. De rechter ziet hem graag verschijnen. Een zeer lastig en tegelijkertijd belangrijk criterium om te beoordelen. Tijdens de assessmentgesprekken beoordelen de assessoren of de rechtbank of het hof de kandidaat ook echt gaat benoemen.

Ten vijfde: de jaarlijks te behalen punten in het kader van permanente deskundigheids-bevordering voor deze discipline.

Het register

Het register geeft de actuele stand van zaken weer. De lijst is genummerd en gedateerd. Het verdient aanbeveling tenminste éénmaal per jaar een actuele lijst bij het secretariaat van de Stichting op te vragen of op deze website te raadplegen.

 

Klachten:

De SFM/VVFM heeft geen eigen klachtorgaan.

Indien u een klacht wilt indienen over de dienstverlening van een forenisisch mediator, dient u zich te richten tot het orgaan van de desbetreffende beroepsvereniging waar het lid bij aangesloten is. 

 

Gevraagd

Aangeboden

VVFM leden die op zoek zijn naar een collega om mee te kunnen lopen of een duo-benoeming:

Leden LOGIN

Secretariaat

mr. Els de Wild